Beste Ploegleiders
Ze komen er weer aan: de drie weken waarin alledaagse beslommeringen naar de achtergrond raken. Ploegleiders ontwaken en stellen hun team samen. Gesprekken gaan over fietsers, punten, verwachtingen en teleurstellingen. Dagelijkse wandelingen hebben maar één doel: het raam bij de Schalm. Tourvlaggen zijn gestreken en hangen klaar om trots en fier bij de vele deelnemers aan de gevel te wapperen. Allemaal dromend van de felbegeerde gele ernaast.
Tour de Westwoud laat de zeiknatte maand juni met een diepe zucht achter zich en geeft reden om juli met hoop op mooie dagen te starten.
Altijd wel één
Enthousiasme, ongeduld en koortsachtig verlangen liet zich al zien op de inschrijvingsavond. Ruim voor tijd zag de wachttuin van monsieur Levitan eruit als een trein in de avondspits: minder zitplaatsen dan er mensen waren. Gedwongen moeten staan. Hier geen gemor. Opgewonden geroezemoes vulde de buitenlucht, met daar tussendoor luid klinkend gelach wanneer vrolijke, grappige, gekke anekdotes uit andere jaren werden opgehaald. En er was koffie.
De leden van de klantvriendelijke tourdirectie verblijdden hun achterban met versgezette huisvlijt in koffiekannen.
Natuurlijk is er altijd wel één (Kees H.) die blèrt of er ook nog koek bij is. Dan blijkt dat ook in Westwoud brutalen de halve wereld hebben. In dit geval: de koektrommel van de familie van Diepen.
Kortom de kneuterige gemoedelijkheid waar je om kan lachen, maar waar je tegelijkertijd zoveel van houdt. Voor velen een niet onbelangrijke reden om mee te doen. En toch, er jeukte en wrong wat die avond.
Zij zagen hoe Ma Boelis, graag even wilde zitten
Daar zaten ze, Paul en zijn vrienden, verdiept in de fascinaties van hun telefoon, onderuitgezakt in plastic tuinfauteuils. Gebrand op een toerboekje waren de jongens vroeg gekomen en neergezonken op de aanwezige stoelen. Heel normaal, niks mis mee.
Ik was er niet bij, mijn betrouwbare bronnen wel. Zij zagen hoe Ma Boelis, graag even wilde zitten. De jongens hadden er geen boodschap aan, hun respect gold de kunsten van het elektronisch vernuft in hun handen. Gelukkig waren er anderen die voor Ma opkwamen en de knullen verzochten op te staan. ‘Hebben jullie niet geleerd voor ouderen op te staan?’ vroeg Piet Sijm ze nog.
Gelukkig was er een jongeman met fatsoen in zijn donder die zijn plekje aan Ma afstond.
Had mijn zoon ertussen gezeten, hij had op zijn falie gekregen en de opdracht om excuus aan te bieden.
Ook in Westwoud heeft het mild gedogen helaas wortel geschoten, schijnt het zo.
Natuurlijk, als ploegleider moet je rücksichtslos durven zijn, de zwakheden van de ander benutten om je slag te slaan,
om een goede plaats in de wielerkoers te bemachtigen. Daarbuiten durven goede ploegleiders hun plaats af te staan, zoals het hoort.
Behalve deze plek dan, die is van mij. Effe voor de duidelijkheid.